Een relatiebreuk… Wat met de kinderen?

Een relatiebreuk is natuurlijk nooit een rooskleurig verhaal, zeker niet als er kinderen bij betrokken zijn.

Op zo een momenten spelen er vaak veel emoties mee bij de ouders en durven ze soms wel eens vergeten wat écht belangrijk is, namelijk het welzijn van de kinderen.

De vraag stelt zich natuurlijk wat er allemaal geregeld moet worden voor de kinderen en op welke manier men dat het beste doet.

Wij sommen alle punten op waarover een regeling moet worden getroffen en geven bij elk punt een kort woordje uitleg.

De uitoefening van het ouderlijk gezag

Het ouderlijk gezag houdt in dat ouders bepaalde beslissingen in het leven van hun kind samen moeten nemen. Het is niet omdat men uit elkaar gaat, dat dat plots verandert.

Het uitgangspunt is dat het ouderlijk gezag over het kind gezamenlijk blijft uitgeoefend worden, wat wil zeggen dat men toch nog regelmatig zal moeten overleggen met de ex-partner en tot akkoorden zal moeten proberen komen.

Slechts in hoogst uitzonderlijke gevallen is er sprake van een exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag.

Het hoofdverblijf

Het hoofdverblijf van het kind is de plaats waar het kind gedomicilieerd zal zijn.

Indien er sprake is van een ongelijk verblijf bij de ouders, is dit logischerwijze de plaats waar de kind het meeste verblijft.

Indien er sprake is van een gelijkmatig verdeeld verblijf, zal hier een keuze moeten worden gemaakt. Indien één van de ouders in de voormalige woonst blijft, zal het hoofdverblijf van het kind vaak daar behouden blijven, zodat er administratief niet te veel verandert, maar dat is uiteraard geen vaststaand feit.

Houd er echter rekening mee dat dit hoofdverblijf samenhangt met het fiscaal voordeel dat een kind met zich meebrengt (verhoging van de belastingvrije som). Het fiscaal voordeel zal, bij gebreke aan een specifieke regeling daarover, toekomen aan de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf (domicilie) heeft. Op het fiscaal voordeel wordt hieronder nog verder ingegaan.

De verblijfsregeling

Uiteraard moet er een verblijfsregeling voor het kind worden vastgelegd.

Het uitgangspunt is hierbij steeds een gelijkmatig verdeeld verblijf tussen beide ouders indien één van beide ouders daarom vraagt. Hiervan kan enkel afgeweken worden indien een gelijkmatig verdeeld verblijf niet in het belang zou zijn van het kind. Denk maar aan situaties waarbij de ene ouder niet over voldoende opvangmogelijkheden beschikt, de afstand tussen beide ouders zo groot is dat het onmogelijk is om het kind elke week naar school te laten gaan, waarbij er problemen zijn bij één van beide ouders, …

Een gelijkmatig verdeeld verblijf wil trouwens niet altijd zeggen dat er sprake is van een week-weekregeling. Ingeval van jonge kinderen wordt vaak voorzien in korte periodes die dan gelijkmatig tussen beide ouders verdeeld worden.

Het is belangrijk om deze verblijfsregeling gedetailleerd te omschrijven om achteraf alle discussies te vermijden. Werk met even en oneven weken, even en oneven jaren, leg de exacte uren vast, voorzie wie wanneer instaat voor het vervoer, …

Denk er ook aan om naast een gewone “schoolregeling” te voorzien in een regeling voor de vakanties, feestdagen, speciale gelegenheden zoals bv. verjaardagen, Moederdag, Vaderdag, enz.

Het fiscaal voordeel

Zoals reeds eerder aangehaald, zal het fiscaal voordeel toekomen aan de ouder bij wie het kind zijn domicilie heeft. Hiervan kan echter worden afgeweken indien er sprake is van een gelijkmatig verdeeld verblijf tussen beide ouders, maar énkel indien dit blijkt uit:

  • Een rechtelijke beslissing waarin uitdrukkelijk vermeld is dat de huisvesting van het kind gelijkmatig is verdeeld over beide ouders
  • Een geregistreerde of gehomologeerde overeenkomst waarin uitdrukkelijk vermeld staat dat de huisvesting van het kind gelijkmatig is verdeeld over beide ouders én dat de ouders de belastingvrije som voor het kind wensen te verdelen

Indien één ouder een onderhoudsbijdrage betaalt aan de andere ouder voor de kinderen, zal deze ouder echter geen aanspraak kunnen maken op het fiscaal voordeel. Deze ouder kan dan wél de betaalde onderhoudsbijdragen voor 80% als belastingaftrek ingeven (zie verder hieronder).

Het groeipakket

Er moet bepaald worden wie van beide ouders het groeipakket voor het kind in ontvangst mag nemen. Dit kan uiteraard ook gedeeld worden tussen beide ouders.

Wie aanspraak maakt op het groeipakket, zal afhangen van de inkomsten van beide ouders, het verblijf van het kind, …

Onderhoudsbijdrage

Er moet worden nagegaan of de ene ouder een onderhoudsbijdrage verschuldigd is aan de andere ouder. Hiervoor zal een beoordeling moeten worden gemaakt van diverse parameters, namelijk: het verblijf van het kind, de inkomstensituatie van beide ouders, de kost van het kind, …

De rechtbanken hebben intussen een tool ontwikkeld waarmee u online een indicatieve berekening kan doen, rekening houdend met deze diverse parameters. U kan de online tool terugvinden via volgende link:

Houd er rekening mee dat dit geen exacte wetenschap is en dat in elk dossier een concrete beoordeling zal worden gemaakt. De tool geeft u louter een indicatie.

Het is het vermelden waard dat betaald onderhoudsgeld voor 80% aftrekbaar is van het gezamenlijk netto-belastbaar inkomen. Anderzijds zal de ouder die onderhoudsgelden ontvangt op 80% van deze ontvangen onderhoudsbijdragen belast worden.

Bijzondere kosten

Naast de gewone kosten van het kind, zijn er ook nog de zgn. “bijzondere kosten”. Dit betreffen bijzondere medische kosten, schoolkosten en kosten verbonden aan de ontwikkeling en ontplooiing van de kinderen (bv. hobby’s).

Over deze kosten bestaat sinds 2019 een wettelijke regeling. In deze wettelijke regeling wordt omschreven over welke kosten het allemaal gaat en welke modaliteiten in acht moeten worden genomen (bv. voorafgaand overleg en akkoord, wijze van afrekening, …). U kan deze wettelijke regeling hier terugvinden:

De verdeling van de bijzondere kosten kan bij helften gebeuren, maar er kan ook een andere verdeelsleutel worden toegepast indien de inkomstensituaties van de ouders dat zouden verantwoorden.

Naast deze regelingen die getroffen moeten worden, is het ook steeds van belang om te proberen om in de mate van het mogelijke toch met elkaar overeen te komen en te blijven communiceren in het belang van de kinderen.

Kinderen voelen spanningen en zullen zich daar ook naar gedragen. Indien er een conflict speelt tussen beide ouders, zullen de kinderen vaak in een zgn. loyauteitsconflict terechtkomen. Dit kan uiteraard niet de bedoeling zijn.

Wij trachten in eerste instantie altijd om na te gaan of er tussen de ouders een minnelijke regeling getroffen kan worden, desgevallend via bemiddeling, waarbij communicatie en wederzijds begrip voorop zullen staan. Indien dat niet mogelijk blijkt te zijn, zullen wij u uiteraard bijstaan tijdens een procedure voor de rechtbank.

Indien u nog vragen heeft over dit artikel of meer informatie wenst, kan u ons uiteraard steeds contacteren.